GSV ziet amateurvoetbal veranderen

24 november 2009 om 00:00 Nieuws

Het is zaterdagochtend als we Ron Collé treffen in ‘De Blaaspijp’, het clubgebouw van de Gorinchemse scheidsrechters vereniging (GSV). Ingeklemd tussen de velden van de korfballers van GKV en de voetballers van SVW is dit de thuishaven van 122 regionale arbiters. Hier treffen zij elkaar, wisselen hun ervaringen uit en houden conditie en kennis van de spelregels op peil. Voorzitter van de 84-jarige vereniging is Ron Collé, zelf nog wekelijks actief op het hoogste amateurniveau. Op deze voetballoze zaterdag een prima moment om met hem eens de veranderingen, ervaringen en knelpunten binnen de scheidsrechterswereld onder de loep te nemen: ,,Liever had ik vanmiddag in de wei gestaan. Ik ervaar zo’n voetballoos weekend niet echt als een extra vrije dag. Ik mis het spelletje op een dag als deze behoorlijk”.

GORINCHEM - Hij baalt behoorlijk van dit bijna voetballoze weekend. Een handjevol beker- en inhaalwedstrijden staan op het programma. Eigenlijk zou hij vanmiddag een vriendschappelijke wedstrijd moeten fluiten, maar die werd op het laatste moment afgelast.

Door Gerard Droog

Collé begon 16 jaar geleden zijn scheidsrechtersloopbaan en is inmiddels een bekend gezicht op de regionale voetbalvelden. Samen met nog drie GSV leden is hij ingedeeld in groep 1 en fluit hij wekelijks zijn wedstrijden op het hoogste amateur niveau: ,,Je fluit dan wedstrijden van de tweede- tot en met de hoofdklasse. Maar ook van een lekkere pot in de vierde klasse ben ik echt niet vies”, aldus de Leerdammer.

Wekelijks, op de woensdagavonden, wordt op Molenburg de conditie op peil gehouden door het arbitercorps. Collé: ,,Erg belangrijk voor een scheidsrechter. Je moet het allemaal de volle 90 minuten kunnen belopen. Uit ervaring weten wij wat de cruciale momenten tijdens een wedstrijd zijn. Afhankelijk van de stand zijn dat de laatste 10 minuten voor de rust en de eerste 10 na de rust. Bij een gelijke stand zijn ook de laatste 10 minuten vaak cruciaal. In die perioden moet je als arbiter extra alert zijn en het spel kunnen volgen. Je moet er als arbiter niet aan denken dat de spreekwoordelijke pijp 10 minuten voor tijd leeg is en je ver van bepaalde situaties afstaat. Ook komen er relatief veel blessures voor bij scheidsrechters. Die zijn voor een groot deel te voorkomen door wekelijks te trainen.”

Naast het fysieke worden er in ‘De Blaaspijp’ tevens spelregelbijeenkomsten georganiseerd: ,Die veranderen nogal eens, dus is het zaak goed bij te blijven. Het valt me regelmatig op hoe slecht trainers en spelers eigenlijk op de hoogte zijn van de laatste spelregels. Ik pleit er dan ook voor om binnen de clubs regelmatig spelregelavonden te organiseren, zodat iedereen weer op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen. Daarnaast is ons clubgebouw natuurlijk de plaats om ervaringen en informatie uit te wisselen. Vooral voor ‘de jonkies’ is het vaak smullen geblazen als ze de verhalen van de ervaren arbiters horen. Ook nare ervaringen, zoals molestaties of ander geweld, worden bij ons besproken. Binnen ons bestuur hebben wij mensen zitten die ondersteuning kunnen geven welke weg er in dat soort situaties bewandeld moet worden of waar hulp gevraagd kan worden.”

Alarmerend vindt hij het dreigende tekort aan arbiters: ,,Dat leidt nu al tot een bepaalde scheefgroei. Arbiters die normaal het niveau derde of vierde klasse fluiten, moeten nu al regelmatig aan aantal klassen hoger aan de bak. Dat is wel even iets anders dan ze gewend zijn. Op het niveau waarop onze leden normaliter fluiten, komt bijvoorbeeld geniepigheid, zoals op elkaars tenen staan of knijpen nagenoeg niet voor. Overtredingen op dat niveau komen vaak voort uit onvoldoende techniek of onkunde van de spelers. Vanaf de tweede klasse is dat niet het geval. Die spelers beheersen het spelletje prima en daar kom je dan ook meer bewuste overtredingen tegen. Op dat niveau heb je ook te maken met meer publiek langs de lijn, wat een behoorlijke impact op het fluiten kan hebben. Voor een arbiter die dat niet gewend is, wordt het dan een hele klus een wedstrijd tot een goed einde te brengen. Om het scheidsrechtersprobleem op te lossen, sluit ik niet uit dat de KNVB clubs naar gelang hun ledenaantal verplicht gaat stellen een aantal mensen de basis opleiding scheidsrechters (BOS) te laten volgen. Bij andere sporten zoals hockey en volleybal is dat al heel normaal. Begin volgend jaar starten wij in ons clubhuis weer een BOS cursus. Wij hopen dat daar voldoende deelnemers op af komen. ”

Hoewel voetbal op amateurniveau niet of nauwelijks te zien is op televisie, heeft dit medium volgens Collé wel degelijk invloed op wat er op de amateurvelden gebeurt: ,,Als de een of andere commentator deze zondag een arbiter in het betaalde voetbal afkraakt, zien wij dat de week daarop terug tijdens onze wedstrijden. Voetballers en trainers spiegelen zich vaak aan het betaalde voetbal en vooral aan de wijze waarop commentaar gegeven wordt. De voetbalwereld is een weerspiegeling van de maatschappij. Er is weinig respect meer voor elkaar bij zowel de spelers, trainers, maar ook onder het publiek. Je vindt dat zelfs terug langs de lijn bij de allerjongste jeugd. Zelf kom ik regelmatig bij LRC en schrik daar vaak van de uitspraken van ouders langs de lijn. Dat vindt niet alleen plaats in Leerdam hoor, maar langs alle velden. Zelf ga ik nooit in discussie met spelers, wel in gesprek. Ziektes zijn voor mij direct uit den boze. Ik houd ervan om te gaan met spelers en het publiek. Mijn doel is bereikt als ik met 22 tevreden en fitte spelers van het veld af kan stappen. Dat vind ik belangrijker dan het cijfer dat mijn rapporteur me na afloop geeft. Wat spelers vaak niet beseffen is dat het fluiten voor ons een hobby is, net als het voetbal dat voor hen is. Hoe je het wendt of keert, wij hebben elkaar nodig om onze hobby uit te oefenen. Geen spelers, geen scheidsrechters, maar ook omgekeerd. Geen scheidsrechters geen wedstrijden.”

Meer informatie: www.covs-gorinchem.nl.

advertentie
advertentie