Misschien komt het door de aanhoudende herfst, terwijl wij op de lente zitten te wachten, maar ik zit dus in een dip, een schrijversdip ook. Je ziet ook aan de vogels, dat zij uit angst voor nachtelijke vorst aan de grond de op barsten staande eieren angstvallig binnen houden. De klimaatcrisis kan kennelijk ook de koude, natte kant opvallen. De enkele zonnige, warme opleving doet de dagen eromheen alleen maar kouder en natter lijken.
Maar ik kan natuurlijk niet alleen het weer de schuld geven van de dip. De dip is ook het gevolg van het feit, dat er tussen lockdown en pre-zomer werkelijk niks noemenswaardigs gebeurt in ons dorp. Het is een saaie boel. Het pruttelt en sukkelt maar een beetje. En als er al gepraat wordt, gaat het nergens over.