'Als jij vertelt waar papa is, krijg je deze chocolade'

16 november 2018 om 09:44

In april 1945 redde hij Maarten Schakel - later burgemeester van Noordeloos en Kamerlid voor het CDA- uit de gevangenis, vlak voordat hij geëxecuteerd zou worden. Journalist Jan Stout schreef een spannend en gedetailleerd boek over die jaren van verzet. De Baviaan overleed in 1984 op 69-jarige leeftijd in het ziekenhuis aan de gevolgen van een hartkwaal. Hij is begraven op de algemene begraafplaats in de Lingewijk.

,,Als jij vertelt waar papa is, krijg je deze chocolade". Rijk Navest is nog maar een kleutertje als de Duitse man in uniform hem een heerlijke dikke reep voor de neus houdt. Oh, wat lijkt dat lekker, maar hij trapt er niet in. Nee hoor. ,,Geen idee waar papa is," loog hij dapper. En zijn zusje Rietje speelde het spel meteen mee en begon zielig te huilen. De Duitse soldaten vertrokken weer; waar zou die Navest toch uithangen? Niemand die het wist, want De Baviaan was altijd op weg, bezig, ondergedoken of weer aan het verhuizen. ,,Ze noemden ons zwervers," herinnert Rijk, nu 80 jaar oud, zich nog goed.

Papa was niet in de buurt. Gelukkig maar. Richard en Riet Navest hadden twee kinderen; Rijk en Rietje. Richard was gedurende de oorlogsjaren heel actief voor het Verzet, daarom was hij vaker weg dan thuis. Als er voor vrouw en kinderen maar werd gezorgd. Daar lette hij goed op als er weer een opdracht kwam. En daar zorgde het Verzet dan voor. Hoe? Dat weet Rijk niet. Hij was twee jaar oud toen de oorlog begon en zeven bij de Bevrijding. Van de laatste oorlogsjaren kan hij zich nog wel een en ander herinneren.

,,We woonden in Utrecht. Er zou een bombardement op Utrecht komen. We vluchtten met een boot bij Vianen de Lek over. 'Papa we verzuipen', gilde ik. We kwamen later terecht op een zandzuiger bij Gelkenes. Daar zaten we ondergedoken tot het einde van de oorlog. Voor ons werd gezorgd. Nee, wij hebben geen honger gehad. Maar dat van die chocolade, dat kan ik me nog herinneren als de dag van gisteren." Ook de Bevrijding weet hij nog. ,,De Canadezen trokken bij Schoonhoven de Lek over."

De oorlog was voorbij. Richard Navest was na de Bevrijding korte tijd plaatsvervangend commandant van de Bewakingsdienst in de Willemskazerne op het Kazerneplein. Pa zocht daarna wel ander werk. ,,Maar nooit vastigheid," herinnert Rijk zich. ,,Het was zoals ze zeggen: Twaalf ambachten, dertien ongelukken. En over de oorlog? Daar werd nooit meer over gepraat."

Voor de familie Navest brak een onzekere tijd aan. Er was nu geen Verzetsorganisatie meer die zich min of meer over het gezin ontfermde. Zij woonden eerst in een woning aan de Schuttersgracht in Gorinchem. ,,Die werd al vrij snel gevorderd om terug te geven aan de eigenaar." Het gezin kwam vervolgens in een ark op het Merwedekanaal terecht. Richard Navest had in die jaren een fotozaak in de Arkelstraat. Daarna verkaste de familie meermalen onder anderen naar Spijk, Kedichem, Rijswijk en tenslotte Culemborg. ,,Ik weet nog goed hoe pa ons leerde zwemmen; aan een touw in de Linge bij Kedichem. We moesten telkens weer verhuizen. Ik heb op wel vijf verschillende lagere scholen gezeten, maar daar heb ik geen last van gehad hoor."

Uiteindelijk draaide het uit op een echtscheiding. Riet bleef met de kinderen in Culemborg wonen en Richard was 'Joost mag weten waar'? Zij verloren elkaar uit het oog, maar nooit uit het hart. Eenmaal opgegroeid trouwde Rietje met Boorsma en stichtte een gezin in de Torenflat in Gorinchem. Na omzwervingen door het land kwamen zij uiteindelijk in Zwijndrecht terecht. Rijk verhuisde in 1964 naar Sneek en rolde van daaruit naar allerlei andere banen in Nederland en Duitsland. Hij werkte in de financiële sector. ,,Ik heb ook nog via Nederhorst opdrachten in Gorinchem gedaan, voor De Vries Robbé."

,,Na de scheiding kozen we voor onze moeder. We wisten eigenlijk nooit waar pa was. Soms kwam hij onverwacht ineens op bezoek. Op zijn Harley Davidson met zijn leren jas aan. Dat vonden we natuurlijk prachtig!" Richard Navest werd nog altijd 'De Bav' genoemd. ,,Maar de mensen noemden hem een zwerver. Mijn zus en ik vonden eigenlijk dat hij erg werd ondergewaardeerd."

Na omzwervingen kwam hij uiteindelijk in Gorinchem terecht. Eerst in de IJsbaanflat, later op andere adressen in de Lingewijk. ,,Als je op bezoek wilde, hoefde je alleen maar iemand op straat aan te spreken en te vragen of ze de Bav kenden en we wisten waar hij was." De kleinkinderen waren dol op opa. ,,Hij was een vrolijke, grappige en stoere opa, die anders was dan de opa's van onze vrienden," zegt René Boorsma. ,,Ik en mijn broers kwamen toen we eenmaal wisten waar hij was en we oud genoeg waren om zelf te reizen wel eens bij hem en zijn hond Job op bezoek. Ook stond hij soms ineens voor je op zijn motor in Zwijndrecht en dan schrok je van zijn harde stem: 'Heeeey JONGENS!!!'. Hij was gek op z'n hond en hij ging graag naar het café bij de IJsbaan. Daar mocht je dan net zo veel cola drinken als je wilde. Opa nam een borreltje. Hij was altijd lief en vrolijk tegen ons en we maakten veel lol."

Nu napratend over opa is de familie het er wel over eens: De Bav was een ruwe bolster met blanke pit. Een vrijdenker, die alleen verantwoording aflegde aan 'de Grote Baas', God, en niets of niemand anders. Hij heeft nooit een vak geleerd of regelmaat in zijn leven gekregen. Eigenlijk had hij veel te veel meegemaakt in de oorlog, lag wakker in bed en worstelde met zijn geweten. (Jan Stout in De Baviaan) Op Dodenherdenking sloot hij zich op in huis met de gordijnen dicht.

..Maar hij kon wel heel mooi schilderen en iedereen, jong en oud, in Gorinchem kende hem wel ergens van. Op zijn begrafenis noemden ze hem 'een markant figuur', nou, dat was hij zeker."