Nelly Leviticus en twee kinderen van mevrouw Nort
Nelly Leviticus en twee kinderen van mevrouw Nort Privé

(On)bekende Gorcumse gezichten van WO II: Jodenvervolging in Gorcum 1940-1945 (deel 1)

21 oktober 2021 om 10:18 Historie

Gorcum, Burg. Gaarlandtstraat 45. Het is 15 juli 1943, aan het eind van de middag. Een deur wordt ingetrapt door drie mannen van de SicherheitsDienst en de Gorcumse politie, die het huis binnendringen. Jo Elkerbout zit net de krant te lezen, zijn vrouw Bep is groente aan het schoonmaken en Pietje schilt de aardappels. Ze proberen zich nog achter het schot in de dubbelwandige kast te verstoppen, maar het is te laat. Één trekt zijn revolver en roept: ,,Kom uit de kast of ik schiet!”

Ze zijn verraden. Tegelijkertijd werd ook de Amsterdamse joodse Jacques Benima, die elders in de straat zat ondergedoken, opgepakt. Allen werden de volgende dag door de Gorcumse politie naar het Haagseveer gebracht. Bep, Marianne, Pietje en Jacques werden via kamp Westerbork gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz en werden daar vermoord.

De niet-joodse Jo Elkerbout zat onder meer in kamp Amersfoort en Vught en wist als enige van de opgepakten de oorlog te overleven.

Het waren allemaal mensen, net als u en ik, die graag nog verder hadden willen leven en hoopten op wat vreugde en geluk in hun leven.

Pietje Bloemendal-Mendels en dochter Marianne Bloemendal - Fam. Elkerbout

HANDEL Alle joden waren min of meer goed bekend bij de Gorcumse bevolking. Zij hadden allen op hun wijze hun steentje bijgedragen tot het welzijn van de gehele bevolking.
Voor de meeste joden was handel de belangrijkste bron van inkomsten.
Ik noem hierbij enkele namen: Marianna van Straten, die met haar man een kleine kruidenierzaak had, de drogist Meijer, de slager Meijer, de eierboer Meijer oftewel “Eiermeijer”.
Van Dam had een parfumeriezaak en Van Bueren verkocht in het wonder van Gorcum rijwielen, radio’s en gereedschappen terwijl Benjamins een handel in lompen en metalen had.
De familie Nort had een brillenwinkel aan de Gasthuisstraat. Daarnaast had je nog de meer welgestelde kooplieden zoals Van Vriesland en Kalker en de Duitse families Adler en Sachs.
Gorcum had destijds vijf huisartsen en drie daarvan waren joods, namelijk Dr. Van Straten, Dr. Schoyer en Dr. Biegel.


DR. BIEGEL Dr. Salomon Biegel (1866 -1941) was één van onze voornaamste inwoners. Hij was een sociaal bewogen huisarts, die zeer actief was in de gemeenteraad en naast zijn werk als arts ook wethouder werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog spande hij zich sterk in voor de hulp aan Belgische vluchtelingen. In 1923 kreeg hij daarvoor een onderscheiding van de Belgische koning en in 1924 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.


In Nederland zijn door de professoren H.J. Presser en L. de Jong boeken geschreven over de Jodenvervolging. Hierbij kwam naar voren dat Nederland een erg hoog percentage (73%) joodse slachtoffers had t.o.v. andere Europese landen. In Gorcum is meer dan 70% van alle joden gearresteerd en vermoord.

Hoe is dat mogelijk geweest?

Hanri Meijler - foto familiearchief

HANRI MEIJLER In Gorcum heeft Hanri Meijler (9 sep 1915 – 3 apr 2012) hier in 1988 onderzoek naar gedaan. Voor dit stuk heb ik onder meer zijn onderzoek gebruikt. Meijler heeft voor zijn onderzoek vooral gebruik gemaakt van de documenten die aanwezig zijn in het Regionaal Archief te Gorcum.
In 1946 trouwde Hanri met Nelly Leviticus en gingen in Gorcum wonen. Nelly Leviticus was werkzaam in de optiekzaak van de familie Nort en zij woonde tot het begin van de oorlog ook bij de familie Nort in om op de kinderen te passen.Het was Nelly die begin 1941 in huize Nort de dode lichamen van het gezin Nort aantrof. Vader Nort doodde zijn gezin en daarna zichzelf omdat ze geen uitweg meer zagen nadat de Duitsers waren binnengevallen. Door familie die in Duitsland woonden waren ze maar al te goed op de hoogte van de gruwelijkheden die in Duitsland tegen Joden werden begaan en besloten ditzelfde lot niet af te wachten.

In heel Nederland heeft zich in de meidagen van 1940 onder de joodse bevolking een golf van zelfmoorden voorgedaan.
Zowel Henri als Nelly zat tijdens de oorlog ondergedoken en ze wisten de oorlog te overleven, in tegenstelling tot een groot deel van hun families, die in Auschwitz en Sobibor werden vermoord.


Nelly Leviticus - Fam. Meijler

VLUCHTELINGEN In de jaren ‘30 kwam er joodse vluchtelingenstroom uit Duitsland op gang. Zij vluchtten voor Hitler en zijn nationaalsocialisme. Deze vluchtelingen werden hier niet met open armen ontvangen. Er werden door de regering allerlei beperkende bepalingen opgesteld en het kamp Westerbork werd zelfs voor deze vluchtelingen gebouwd. Een eerder plan om het vluchtelingenkamp op de Veluwe, in Elspeet, te bouwen, werd na een brief van koningin Wilhelmina aan de minister van Binnenlandse zaken van tafel geveegd. De koningin liet weten dat zij het vluchtelingenkamp niet in “haar achtertuin” van haar zomerpaleis Het Loo wilde hebben.
De regering wilde geen geld uitgeven (maar had ook geen geld) aan huisvesting, kleding en voeding voor de vluchtelingen. Inmiddels werd in Nederland Het Joodse Vluchtelingen Comité opgericht. Zij hielden zich onder meer bezig met het inzamelen van geld zodat de vluchtelingen onderdak hadden (Westerbork).
Kort na de capitulatie van Nederland werd het vluchtelingenkamp onder een strenger regime geplaatst en aangewezen als Polizeiliches Judendurchgangslager.


Haagseveer Arrestantenkaart Bep Elkerbout - Rotterdams archief


De infrastructuur waar de bezetter graag gebruik van maakte en die leidde tot het hoge percentage aan vermoorde Joodse landgenoten werd al opgezet voor de Tweede Wereldoorlog. Ten eerste was er het al genoemde bevolkingsregister waarin voor de Joodse Nederlanders ‘Israëliet’ stond vermeld. Zolang de bevolkingsregisters intact waren, kon de bezetter eenvoudig de gezinskaarten naslaan. Daarnaast bestond in Nederland in 1940 ook een spoorwegennetwerk om de deportatie in gang te brengen.

door Sjaak Kouwenhoven


Sinds 3 jaar verdiept Sjaak Kouwenhoven zich in personen en gebeurtenissen uit de regio die een (belangrijke) rol speelden tijdens WO II, maar die de (regionale) geschiedenisboeken niet hebben gehaald. ,,Het is mijn streven deze ‘vergeten’ mensen een gezicht te geven door o.a. verhalen in De Stad Gorinchem. Opdat wij niet vergeten.”