Afbeelding
Jos Huibers
Vanaf de Wal

Moe

7 november 2021 om 21:40 Column

Ik ben een beetje voorbij de deadline van deze column geraakt. Niet dat er ooit een echte deadline is afgesproken, maar u weet hoe het werkt. Als je vijfentwintig keer de tekst voor drie uur op zondagmiddag hebt aangeleverd, wil je dit ook de zesentwintigste keer voor elkaar krijgen in de veronderstelling, dat zulks verwacht wordt. Inmiddels is het al acht uur geweest - in de avond, - en ik heb nog niks. Op de website tref ik slechts het opzienbarende nieuws, dat Unitas een zuinige overwinning heeft behaald op HSC’21 en dat Vuren gelijk speelde door twee late treffers van NEO’25. Ik veronderstel, dat het hier regionale voetbalclubs betreft. Ik verkeer steeds in de naïeve veronderstelling, dat iedereen, die geïnteresseerd is in de verrichtingen van deze voetbalclubs, al lang op de hoogte is van deze uitslagen, vermits dit toch in hoofdzaak de voetbalspelers zelf zijn en hun vaders en moeders.

 Al deze aandacht voor de voetbalverrichtingen staat in schril contrast met de aandacht voor culturele voorstellingen in een der theaters, al dan niet zieltogend of al vele jaren in afwachting. Ooit is mij uitgelegd, dat er geen recensies van culturele voorstellingen geschreven worden, omdat de voorstelling altijd vóór de recensie gespeeld is en mensen er derhalve niet meer naar toe kunnen. Nou geldt dat voor alle gebeurtenissen, waarvan verslag wordt gedaan, de voetbalwedstrijden niet uitgezonderd, evenmin als de wedstrijden van korfbalclub GKV, die ook wekelijks onder journalistieke belangstelling, de rieten mand belaagt, maar dat is dus kennelijk andere koek. Naar mijn idee hebben deze scheve verhoudingen tussen sport en cultuur veeleer te maken met het feit, dat er veel meer jong journaille bereid is voor een schamele habbekrats een verslag te schrijven van een voetbalwedstrijd, dat de secretaris van de korfbalclub de verslagen volgaarne gratis aanlevert en dat er geen jonge hond met een pen naar een culturele voorstelling wil.

Maar ik ben dus moe en daarom is het laat geworden. Ik ben moe, omdat ik van de ene verhuizing in de andere rol. Zowel een der dochters als mijn oude schoonvader als wijzelf verhuizen in één week. En waar ik dat ooit moeiteloos volbracht, kruipt het nu overtuigend in de spieren en botten. Mijn kinderen, schoonzussen en zwagers proberen mij nu hinderlijk te ontzien en roepen voortdurend “Jos, jij niet” of “Papa pas op en ben voorzichtig”, hetgeen een belastende confrontatie is met het voortschrijden der jaren. En ik moet ook steeds een veel te groot stuur bedienen van een veel te grote inderhaast gehuurde bakwagen, hetgeen ooit best leuk was. Kortom, je lijdt wat af en je wordt er nog moe van ook.

In de gemeenteraad gebeurt ook vrijwel niets opwekkends, omdat menig leuk plan sneeft in een tergende verdeeldheid. Dertien voor, twaalf tegen, of andersom. Ook het lollige plan om het kweken van cannabis voor medicinaal gebruik als proef te gaan gedogen strandde, omdat serieus gevreesd wordt, dat hierdoor het aantal ziekmeldingen drastisch zal toenemen én omdat mevrouw burgemeester ‘niet burgemeester van de tweede gemeente in Nederland wil zijn, die dit doet.’ Je zou het toch voorwaar niet geloven als het niet in de krant stond. Stel je toch voor, zeg, dat Gorinchem de tweede gemeente in Nederland zou zijn, waar het kweken van medicinale weed gedoogd werd. Je moet er niet aan denken. Je kunt veel beter wachten tot ons tenminste 150 andere gemeenten zijn voorgegaan. Wij wachten liever, wij wachten graag, op meer fietspaden, op de Nieuwe Doelen, op een nieuwe behuizing voor de bibliotheek, op de cultuurstraat, op medicinale weed, op een HBO-opleiding en in mijn straat al drieëntwintig jaar op de beloofde nieuwe stoep. Of op de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Zouden er nog mensen gaan stemmen komend jaar?

Jos Huibers

jos.huib@icloud.com