De razzia van Rotterdam
De razzia van Rotterdam @Vrienden van Oud Rotterdam

(On)bekende Gorcumse gezichten van WO II – deel 11: de aanslag op het sleepschip St. Antonie

2 mei 2022 om 09:38 Historie

Sinds 4 jaar verdiept Sjaak Kouwenhoven zich in personen en gebeurtenissen uit de regio die een (belangrijke) rol speelden tijdens WO II, maar die de geschiedenisboeken niet hebben gehaald. ,, Het is toch erg vreemd dat bijna niemand die mensen nog kent. Het is zeker niet vanzelfsprekend dat we nu in vrijheid kunnen leven. Daar is voor gevochten, vaak met de dood tot gevolg! Het is mijn streven deze ‘vergeten’ moedige mensen, inclusief de (Joodse) slachtoffers, uit Gorinchem en omstreken een gezicht te geven door verhalen over hen te schrijven in De Stad Gorinchem. Opdat wij niet vergeten.”

door Sjaak Kouwenhoven
skouwenhoven@kpnmail.nl


Op de avond van 9 november 1944 werden 8.000 Duitse soldaten ingezet bij Aktion Rosenstock. In stilte werd een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd. Op de twee daaropvolgende dagen werden in totaal ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd naar Duitsland.
Deze “vergeten” gebeurtenis staat bekend als de Razzia van Rotterdam. Het is de grootste razzia in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dwangarbeid was het belangrijkste doel maar de bezetter wilde door middel van de razzia ook alle weerbare mannen uit West-Nederland verwijderen.


RAZZIA VAN ROTTERDAM Een Rotterdamse vrouw geeft in haar dagboek het transport op 11 november 1944 weer:
Het weer was koud, niet zo winderig, maar wel met regenbuiten en dan weer heldere zon. Tegen half twee opeens een geroep: ,,Ze komen van de Hoflaan”, en daar kwam het eerste transport. Wanneer men op de Korte Kade ging staan en keek in de richting van de Oude Dijk, zag men heel langzaam, stap voor stap, een dichte menigte mannen naderen, die de hele rijweg vulde, om de zoveel pas geëscorteerd door enkele militairen met geweer in de aanslag, en begeleid door talloze vrouwen en kinderen. Heel langzaam kwam de stoet dichter en je hoorde de stemmen. Mannen en vrouwen riepen elkaar een afscheid toe: ,,Moed houden”, ,,Oranje Boven”. Vrouwen huilden. Meisjes liepen mee met hun armen om hun jongen geslagen. Vrouwen met kinderwagens, oude mannen/vrouwen. Van alle kanten kwamen vrouwen aangerend met dekens, kleren en eetwaren. Andere liepen weer terug om nog dingen te halen of vriendinnen te waarschuwen, snikkend en huilend.
Zij worden samengebracht op diverse locaties in de stad waaronder het Feyenoordstadion. In de Kuip werden ze vanaf de eerste ring bewaakt door soldaten met mitrailleurs, die neergezet werden op de platforms.


De razzia van Rotterdam - rd.nl NIOD

SLEEPSCHIP Vanuit de verzamellocaties vertrokken de mannen te voet, per trein of per schip. 360 Rotterdammers kwamen zo terecht op het sleepschip St. Antonie, een rijnaak die door een sleepboot werd voortgetrokken. Het schip had Zwolle als eindbestemming. Vanuit Zwolle zouden ze dan met een trein naar Duitsland worden vervoerd.

Het sleepschip zou over de Lek richting Schoonhoven moeten varen, maar In plaats van deze route vaart de sleep via de Noord en vervolgens via de Beneden-Merwede, de Boven-
Merwede om vervolgens bij Gorinchem het Merwedekanaal op te varen richting de Lek.
Zo zou de sleep weer op de juiste route uitkomen. Mogelijk ging het hier om een daad van stil verzet van de schipper. Op 17 november 1944 meerde de rijnaak aan de loswal van het Merwedekanaal. Verzetsman Pieter Versluis stond op een van de pijlers van de Meerkerksebrug en zag iets verderop drukte op de oever. ,,Vast een schip vol vrijwillige moffenwerkers”, dacht Piet.
Piet fietste er eens langs. ,,Wil je post voor ons op de bus doen?”, vroegen sommigen. ,,Om de dooie verdommenis niet”, zei Piet. Totdat Piet de brugwachter tegenkwam. ,,Da’s ook wat”, zei-die. ,,Daar zitten dik driehonderd Rotterdammers op die aak. Gearresteerd bij een razzia.”

,,Daar mot ik verdomme wat aan doen”, schoot het door Piet heen. Piet fietste opnieuw door die menigte op de wal. Hij bracht alsnog alle post weg en peinsde meteen over een bevrijdingsplan.

VERZETSMANNEN BERAMEN DE ACTIE Met Arie van Meeuwen reed Piet naar de boerderij van Henk van Bezooijen in de Minkeloos. Henk van Bezooijen zou later, als gevolg van het verraad van Leerdam, gefusilleerd worden door de Duitsers. Jaap Wieringa, een marechausseeman uit Gorinchem zat bij hem ondergedoken.
Met z’n vieren werden alle mogelijkheden doorgesproken. Het schip konden ze natuurlijk niet beschieten, dat leverde te veel risico’s op. Ze moesten de sleepboot pakken. Ze zouden een staaldraad over het kanaal kunnen spannen, waardoor tijdens het varen de stuurhut zou worden vernield, maar dat werk kon je overdag niet uitvoeren. Een overval vlak voor de Zwaanskuipsebrug was evenmin mogelijk. De moffen zouden represailleacties uitvoeren in het dorp. Tenslotte werd beslist, dat ze een limpet, een magnetische mijn, zouden aanbrengen tegen het achterschip van de aak.
Ze zouden die actie zelf moeten uitvoeren. In een daglonershuisje, het Vlooienkot genoemd, omdat er nu en dan landlopers sliepen, lag hun enige limpet onder het stro. Deze was ooit gedropt door de Engelsen.

(tekst loopt door onder afbeelding)


S. Kouwenhoven

BUTTER EN KÄSE Ze namen bij Bezooijen nog wat boter en kaas mee en leenden van achter de melkfabriek de roeiboot van Eijkelenstam. Ze zouden handel gaan drijven met die moffen. Butter en Käse in ruil voor sigaretten. Om een uur of vier ’s middags, ruim zeven uur nadat ze het plan hadden doorgepraat voeren zij langszij de aak, waar alle gedeporteerden weer aan boord waren. Eerst bezochten ze de sleepboot, als een soort afleidingsmanoeuvre. Daar bestond totaal geen belangstelling voor hun waren. Wel voor komijnekaas, maar die hadden ze niet. Toen schoven ze langs de rijnaak. Van voor naar achter. Arie zat aan de riemen.
Op het moment dat het bootje („boem”) tegen het achterschip tikte, zette Jaap („klik”) onder water de mijn vast, die als tijdbom na acht uren zou exploderen. Een moment nadat Jaap de mijn aan de roef geplaatst had, kwamen er een tiental Duitsers uit de roef en kregen de 3 mannen in de gaten.
Gelukkig hadden ze de kaas en boter bij zich en vroegen om deze levensmiddelen te ruilen voor sigaretten. Toen ze een ontkennend antwoord kregen, dat zij ook geen sigaretten hadden, zeiden ze dat ze het dan maar eens bij een ander schip zouden proberen.

Toen braken uren van werkelijke spanning aan. Hun grootste angst was, dat de boot hier in Meerkerk in de lucht zou vliegen en de Duitsers het hele dorp zouden uitkammen.
Ze moesten ook de gevangenen nog waarschuwen voor wat stond te gebeuren. Piet is teruggegaan met het roeibootje, tot tweemaal toe. Er ontstond zelfs een stemming bij die Duitse soldaten, van laat die collaborateur z’n gang maar gaan. Piet had zelfs de hele omgeving afgestroopt om alsnog dat komijnekaasje te bemachtigen, waarom gevraagd was.

WAARSCHUWING Piet kwam aan dek en mocht zelfs even rondsnuffelen. De luiken naar het ruim waren open. Daar zaten ze als balen meel ingeladen. Driehonderdenzestig Rotterdammers, op weg naar Duitsland. Piet kon er enkelen waarschuwen dat zij onder geen voorwaarde onder de roef moesten gaan slapen. Dit werd onderling doorgefluisterd. Om zeven uur voer het schip af. Op de fiets volgde Piet het schip tot de sluis bij Vianen. Daar verloor hij het uit het oog omdat hij over de afgezette brug moest. Piet toonde de landwachters zijn Ausweis en zei dat hij als bewaker van de kade in het inundatiegebied de Vijf Herenlanden de Oberkommandant in Jutphaas wilde bezoeken. Hij werd doorgelaten en zag de aak terug in de hals van de sluis van het Rijn-Merwedekanaal.

Om zes minuten na middernacht (,,Ik weet het precies. Ik keek op mijn horloge om te controleren of het tijdmechanisme had gewerkt”) hoorde Pieter Versluis de ontploffing. Hij lag op honderd meter afstand op de kanaaldijk toe te kijken. Het achterschip zonk snel. Onder de Duitsers ontstond grote paniek. Onder, de Rotterdammers in mindere mate. Zij wisten dat er „iets” stond te gebeuren.

(tekst loopt door onder afbeelding)


Bevel voor alle mannen van 17-50 jaar om op te draven voor gedwongen tewerkstelling. Onder een Duitse overvalwagen - geheugen.delpher.nl

SLACHTOFFERS Praktisch iedereen kon tijdig op de sluismuur springen. Drie Rotterdammers kwamen om aan boord van de ruim honderd ton metende ‘St. Antonie’. Onder de voet gelopen? Getroffen door rondvliegend metaal? De soldaten kwamen niet in actie toen de gevangenen bij tientallen tegelijk de vrijheid kozen. Er werd geen schot gelost. Versluis sloop nabij en siste de Rotterdammers toe: “Hierheen, hierheen!” Hij kon hun geen veilige vluchtroute naar de Maasstad wijzen, maar wilde slechts vermijden, dat zij hun heil in de richting van Woerden of Utrecht zouden zoeken.

,,Eigenaardig genoeg was een groot aantal Rotterdammers als aan de grond genageld nadat zij aan wal waren gesprongen. Zij bleven apathisch te midden van de Duitsers. Mogelijk hebben zij hun situatie niet meer beseft na al die dagen van ontbering. Ik weet werkelijk niet, wat hun uiteindelijk lot geweest is”, aldus Versluis.

Om 12 uur ’s nachts hoorden we een geweldige explosie, zagen wat vuur in het ruim in de achterzijde en hoorden water binnenstromen

OOGGETUIGENVERSLAG Er is ook nog een ooggetuigenverslag bewaard gebleven van een van de bij de razzia van Rotterdam opgepakte mannen, die in het ruim van het schip zaten: „Om 12 uur ’s nachts hoorden we een geweldige explosie, zagen wat vuur in het ruim in de achterzijde en hoorden water binnenstromen. In no-time was er een grote paniek en ieder trachtte het trapje te bestormen, waar weldra alles vastliep. In enkele minuten stond het water aan mijn enkels, je voelde het rijzen. Ikzelf ben nogal groot (1,86 m) en trachtte door te springen een spant van een luik boven mijn hoofd te grijpen, hetgeen in den beginne niet lukte. Het water rees gestadig en ik voelde tenslotte iets onder mijn voeten drijven en kantelen. Waarschijnlijk is het een strobaal geweest. Personen die reeds aan dek waren gekomen, trokken de luiken weg. Plotseling werd boven mijn hoofd een luik weggetrokken, ik zag iemand verschijnen en vroeg of hij mij wilde helpen. Na de nodige keren springen kon hij mijn hand grijpen en op dek trekken. Er werd aan alle zijden om hulp geroepen en een der mannen (waarschijnlijk een jongen van 17 jaar) riep om zijn moeder. Aan dek gekomen zag ik dat een sleepboot trachtte langszij te komen, hetgeen gelukte, waarna tientallen oversprongen, evenals ik. Op de sleepboot gekomen kwam ik wat tot mijzelf, waarna ik weer ben teruggegaan en heb meegeholpen met redden, wat ervan te redden viel.”

OORZAAK NOOIT GEVONDEN Piet vertelt dat de Duitsers nooit de ware toedracht van de ontploffing hebben achterhaald. ,,Later is de sluiskolk intensief onderzocht op de mogelijke aanwezigheid van mijnen. Of wij het risico waard vonden om een dergelijke actie te ondernemen, met als kans dat enigen het niet zouden overleven? Ik zag geen 360 mensen meer. Ik zag Duitsland, de kampen, de slavenarbeid. En ik wist waarvoor Hitler die mensen wilde misbruiken. Dat zag ik continu voor me.”

Daags na de spectaculaire actie van Piet Versluis, Jaap Wieringa en Arie van Meeuwen liep Piet de Meerkerkse brugwachter opnieuw tegen het lijf. ,,Da’s ook wat”, sprak de brugwachter. ,,Is daar bij Jutphaas die Rijnaak de grond ingeboord, die gisteren nog hier aan de loswal lag.” Pieter Versluis antwoordde: ,,O ja?” en fietste verder.
In het verslag van de Binnenlandse Strijdkrachten (7e CIE) sprak men over een buitengewoon goed geslaagde actie. Toch deelde na de oorlog niet iedereen deze mening. 

Dr. L. de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945, deel 10b eerste helft, pag. 121
In het Merwedekanaal zonk één rijnaak door de ontploffing van een tijdbom die de Knokploeg uit de Alblasserwaard te Meerkerk vlak onder de waterspiegel aan de roef had aangebracht met de bedoeling, de vijftien daar verblijvende Duitse militairen uit te schakelen. Drie (vier BR) razzia-slachtoffers kwamen om het leven. De leider van de betrokken Knokploeg, M. W. Schakel, werd hieromtrent onjuist ingelicht; hij rapporteerde aan de Landelijke Sabotage-Commandant van de KP, van Bijnen: ’Eén Duitser mist beide benen, twee Duitsers lichter gewond; Rotterdam geen verliezen.’ Er konden als gevolg van de ontploffing en de daardoor ontstane verwarring Rotterdammers ontsnappen, volgens Schakel ca. twee- van de driehonderd die zich aan boord van het schip hadden bevonden; die schatting is vermoedelijk te hoog geweest. (M. W. Schakel: ’Rapport tot zinken brengen schip met gevangenen’, 13 nov. 1944 (LO-LKP, 5E)


De doden

Het schip werd na de oorlog, op 20 maart 1946 gelicht. Er zou sprake geweest zijn van vier doden:
- Pieter Cornelis van Steenoven, lid van het verzet, geboren Schiedam 10 september 1926
Hij werd te Jutphaas in het ruim aangetroffen en geïdentificeerd.
- Johannes de Roode, meubelschilder, geboren Rotterdam 11 augustus 1916.
- Hermanus Liduinus van Breukelen, timmerman, geboren Schiedam 20 november 1925.
- Adriaan van der Velden, scheepstimmerman, geboren Schiedam 1 oktober 1924.


Schip met Rotterdammers op weg naar huis - oorlogsverhalen.nl

Bronnen
CollectieGelderland.nl
Het Vrijheidsmuseum
www.derazziavanrotterdam.nl
Het Regionaal Archief te Gorinchem
www.oorlogsverhalen.com Stef Vossen
De razzia van Rotterdam 10-11 nov door B.A. Sijes
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie
Dr. L. de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945