“Verdulleme”, bromt de grijze, rijzige buurtgenoot op leeftijd. Het is een variant op een scala krachtige doch nette halfvloeken, die hij, en met hem menig calvinistisch opgevoede Gorcumer op leeftijd, veelvuldig bezigt. ‘Potjandosie’ is er ook zo een, of ‘Verdikkeme’ of Getsammekrake of ‘Heremetoeter’. Krachttermen kortom, waarin de naam van de Heer, waar het allemaal om draait, zorgvuldig vermeden wordt, maar waarmee wel een zelfde soort boosheid, verontwaardiging of schrik wordt geuit als met een heuse vloek.
Maar dit terzijde. “Verdulleme’, bromt hij deze keer, “het is toch doodzonde”. “Wat is er doodzonde, buurman”, informeer ik benieuwd, in de wetenschap, dat hij de term ‘doodzonde’, nooit achteloos gebruikt, maar uitsluitend bij grote kwesties. “Nou, ik bedoel natuurlijk van al die hooibalen, die overal maar in brand vl..