PREMIUM ARTIKEL
Lokale journalistiek uit Gorinchem

Stervenskoud

Opinie
Foto: Jos Huibers
2 apr 2022, 14:15
Afbeelding
Vanaf de Wal

Het zal best zo zijn dat april doet wat het wil, maar als je in februari een vakantieweekje bedenkt in april dan verbeeld je je daarbij toch een ontluikend voorjaar, een zon, die lieflijk speelt met de bloesem, het fluitenkruid en het koolzaad en reeds voorzichtig tintelend prikt op de blote huid. En daar dan bijgevoegd de hoopgevende geur van de ontluikende lente. Maar nu het zover is, op het moment van vertrek, is het stervenskoud. Iedereen zegt het ook, “wat is het koud, hè, stervenskoud”. Anderen zeggen liever steenkoud of ijskoud, maar hoe dan ook, de eensgezindheid over de kou is groot. Op 1 april, de dag van vertrek, ligt er zelfs sneeuw na een nacht met matige vorst. “Het is toch wat”, zeggen de gepensioneerde onderburen klaaglijk, “een paar dagen geleden zaten we nog op het terras, zonder jas, het voelde warempel alsof de zomer al begonnen was. En als de zomer eenmaal in je hoofd zit, dan komt die kou hard aan.” En inderdaad, ook wij zaten op het terras in de zon en ook bij ons komt de kou dus hard aan. “Dat hebben wij nou ook altijd, als we op vakantie gaan, al is het maar een paar dagen, dan slaat het weer om”, beweert onderbuurvrouw, “Is het waar of niet, Henk?” Henk, die met behulp van zijn wandelstok nog aardig uit de voeten kan, beaamt het gretig. “Wij zeggen vaak, ze moeten altijd ons hebben, alsof het ons niet gegund is, eerlijk waar”, zegt Henk. Wie hij met ‘ze’ bedoelt, vertelt hij er niet bij. Mopperen op het weer is ook geen hogere wiskunde. Het voorziet veeleer in een universele mopperbehoefte en lijkt een uitdrukking van de bij velen groeiende overtuiging, dat de ander altijd meer geluk heeft dan hijzelf. “Drie jaar geleden gingen we in het voorjaar naar Spanje”, zegt Henk, “twee hele weken regen, terwijl het in Nederland prachtig weer was.” “Precies”, zegt zijn vrouw - onze onderbuurvrouw dus - “daarna zijn we nooit meer naar Spanje gegaan”. “Natuurlijk ook vanwege corona”, zegt Henk.

Ik heb het ondertussen heel koud gekregen, stervenskoud, zeg maar. Ik sta gewoon te bibberen in de te dunne jas. En het hondje ook. Het hondje heeft alleen maar hele korte haartjes en is bovendien erg lelijk. Hij bibbert vaak. “Je moet een jasje voor hem kopen’, zeggen de mensen dan. Maar dat doe ik niet. Een hond met een jasje vind ik net zo st..

Deel dit artikel via: