Kort verhaal vanaf de werkvloer uit het boek: “De ongeschoolde werkman”. Van Wingerden & Zn.

Werken in de Bramerij.

In de bramerij werden de patrijspoorten, aluminium ramen uit de vormerij-gieterij ontdaan van gietknotsen, vellen en vormzand. Iedere ochtend werd door Kiene Blom, de transportman, met een transportwagen de ramen en poorten uit de gieterij gebracht. Het werk is vuil en zwaar. De toegang naar de gieterij bevond zich in de bramerij en was alleen afgesloten met een rubber gordijn.
“De afbramers kregen vanwege de dampen en stof een halve liter melk. De kopergieters een liter melk tegen metaaldampkoorts en de vormers achter de gieterij een halve liter tegen stofzand.” Ik werd in de bramerij gestationeerd om mee te helpen. Benard stelde de mannen aan mij voor. ‘Bas van Wijk, Henk Gudde, Wim Breur en Fladderak. Cornelis gaat jullie helpen want er is veel werk te doen.’ De baas ging weg. ‘Zo, je wil bij ons komen werken, maar dan moet je eerst een test doorstaan’, zei Wim. ‘Draai je rug met open handen naar me toe.’ Ik deed het en voelde dat iets in mijn hand werd gelegd. ‘Knijp je hand dicht, draai je maar weer om en kijk wat erin ligt.’ Ik draaide me om, keek in de lachende gezichten en deed mijn hand open. Kreeg de neiging om te braken, er lag een kunstgebit van Wim in mijn handen. Ik lachte als een boer met kiespijn en gaf het gebit terug. Dat was voor hen een teken dat ik in de ploeg mocht komen werken. ‘Je kunt tegen een geintje’, zei hij lachend. ‘Alle ramen en patrijspoorten goed zandvrij maken en de gietvellen verwijderen.’ Hij pakte een patrijspoort, klemde die vast in een bankschroef, verwijderde het zand met de staalborstel en hakte met de beitel de vellen er af. ‘De bramen moet je met de slijpschijf verwijderen, goed gladslijpen.