Gerben Huizenga interessert zich al van jongs af aan voor reptielen.

24 augustus 2010 om 00:00 Nieuws

:Op www.stadgorinchem meer foto’s van de verzameling van Gerben.

GORINCHEM – Langzaam schuift Gerben Huizenga (27) de bak open waar een schitterende Boa Constrictor in ligt. Met een stukje hout geeft hij haar een tikje op haar kop om te zien of ze rustig is. Dan haalt hij de enorme slang van zo’n zeven centimeter doorsnee en ruim 1.5 meter lengte bedaard uit haar hok. ,,Ik kan aan haar pupillen en houding zien of ze rustig is”, vertelt de Gorcumse reptielenliefhebber, terwijl het beest zich om zijn arm kronkelt. De prachtig gevlekte huid voelt rubberachtig aan; de aanspannende spieren zijn stevig, maar niet beknellend. Gerben vertelt over zijn hobby die hem al vanaf zijn kindertijd fascineert. Door Ariënne Megchelsen ,,Mijn passie voor slangen is begonnen toen ik als kind in Amerika woonde. Ik heb er van mijn negende tot mijn vijftiende gewoond. Daar leefden slangen natuurlijk gewoon in het wild. Tot grote ergernis van mijn moeder was het mijn hobby om die slangen te vangen. Ik ben dus eigenlijk al heel lang met slangen bezig, maar sinds drie jaar heb ik ze zelf in huis. Ik heb er nu een stuk of zestien, en wat nakweek. Geen gevaarlijke soorten hoor, die wil ik niet in huis. Ik weet zelf hoe lomp ik ben, dan gaat er geheid iets verkeerd. Ik hou vooral de python regius en de boa constrictor, dat zijn ongevaarlijke, niet-giftige slangen. Daar heb ik allerlei kleurvarianten van: wildkleur, pastel, fire, spider. Ik had zelfs een slang die hetzelfde kleur-gen heeft als de hondensoort jack russel: roodbruin-zwart-wit gevlekt. Als je slangen met elkaar laat paren, krijg je soms de meest bijzondere kleuren. Ik ben erg geïnteresseerd in genetica, omdat ik dat een tijdje gestudeerd heb. Daarom ben ik ook veel bezig met kweken. Behalve slangen heb ik ook nog een bak met gifkikkers in mijn huiskamer staan, en ik heb ook wat vampierkrabbetjes gehad. Eigenlijk vind ik alles leuk, als het maar een beetje raar is.” ,,Ik vind het lastig om uit te leggen wat ik nu zo leuk vind aan slangen. Ik heb sowieso iets met alle dieren. Maar waarschijnlijk komt mijn passie voor slangen uit m’n jeugd, omdat ik toen altijd op jacht was naar die beesten. Een slang is toch wel een apart dier. Het is een oerbeest. Ik vind ze een stuk interessanter dan beestjes met haartjes. Het is iets raars hè, een slang, je komt ze niet overal tegen. Sommige mensen zijn een beetje angstig voor slangen. Als ze dan bij mij langs komen, probeer ik ze toch zover te krijgen dat ze een slang aanraken. Dat vind ik leuk. Maar ik loop niet te showen met mijn hobby hoor; veel mensen denken dat reptielenliefhebbers van die mannen met grote tatoeages zijn. Slangen houden heeft toch een beetje een raar imago.” ,,Slangen houden is eigenlijk heel makkelijk. Ze hebben geen extra vitaminen nodig, ze eten alleen knaagdieren. Als slangen jong zijn, voer je ze één keer in de week, als ze volwassen zijn hoeft dat maar één keer in de twee tot vier weken. Het komt zelfs wel voor dat ze een half tot driekwart jaar niet eten. De knaagdieren die ze eten, fok ik zelf in mijn schuur. Meestal geef ik die diertjes zelf de genadeklap voordat ik ze aan mijn slangen voer, maar een aantal willen geen dood voer. De python regius is bijvoorbeeld nogal een moeilijke eter. Die krijgt dus een levende rat, maar gelukkig is het met zo’n diertje ook in een paar seconden gebeurd. Dat is wel het minst leuke deel van de hobby hoor. Maar ja, slangen eten geen worst. En als ik zie wat ik zelf soms op m’n bord heb, dan is daar ook weinig verschil tussen.” ,,Mijn slangenverzameling is pas flink uitgedund. Ik heb namelijk een brand gehad waarbij vijftien dieren zijn overleden. Al mijn favorieten, de meest waardevolle dieren, zijn dood. Ze zijn allemaal gestikt, en sommige zijn zelfs verbrand. Er zijn vooral veel vrouwen overleden, dus mijn kweekgroep is een stuk kleiner geworden.” ,,Je moet slangen echt leren lezen. Als een dier ziek is, laat hij dat namelijk niet zien. Je kunt zien dat er iets niet in orde is als hij slijm aan z’n bek heeft, of als er een snottebel aan hangt. Ik ga dan met ze naar een speciale dierenarts, want gewone dierenartsen doen niets met slangen. Daar hebben ze gewoon de kennis niet voor. Slangen hebben allemaal hun eigen karakter. Na een tijdje weet je precies hoe ze in elkaar zitten. Je weet bijvoorbeeld precies hoe goed een slang groeit, en dat hij alleen maar hamsters eet.” ,,Ik heb tegenwoordig ook een bedrijf waarmee ik reptielbenodigdheden zoals warmtelampen op de markt breng onder het merk RepTech. Dat loopt erg goed. Zo kan ik mijn hobby met mijn werk combineren.” ‘Alles is leuk, als het maar vreemd is’
advertentie
advertentie