Bestuur vindt succesformule voor museum

10 oktober 2011 om 00:00 Nieuws

GORINCHEM - ,,Gorinchem is een arbeidersstad. Alles wat we hebben is te danken aan hard werken. Dat historisch besef móet er zijn en gerespecteerd worden. Landelijk en bij provincies wordt er op erfgoed niet bezuinigd, omdat je dat moet koesteren.''

Door Everdien Hamann

Vice-voorzitter Arida van Baardewijk van het Gorcums Museum en secretaris van de historische vereniging Oud Gorcum voelt zich haast een roepende in de woestijn. Ondertussen beent voorzitter Roy Grünewald even naar buiten om een sigaretje op te steken. 'Ik moet het nu goed gaan vertellen aan iedereen. Het is erop of eronder', lijkt hij te denken. Het historisch besef van Arida kent hij al. Ruim honderd jaar geleden begon een groepje wijze mannen spullen te verzamelen, die iets zeggen over deze stad en/of haar inwoners. Het prachtige monumentale pand 'Dit is in de Bethlehem' aan de Gasthuisstraat werd het museumpje, dat gestaag groeide en groeide. Mensen doneerden goederen, dat is nu nog zo. Oud Gorcum beschikt over een heel groot depot dat medewerker Jaap Hoekstra van het Gorcums Museum perfect in kaart heeft gebracht. Is het historisch erfgoed daarmee in veiligheid gesteld?

Huisvader

,,Nou nee,'' zegt Arida meteen. ,,Als de bezuinigingen zo doorgaan dan moet het museum sluiten en er is dan ook geen menskracht meer om het depot te beheren.'' Maar de gemeente kan zich er niet zo gemakkelijk van af maken. In 1992 heeft Oud Gorcum 'Dit is in de Bethlehem' aan de gemeente geschonken en de volledige collectie voor vijftig jaar in bruikleen gegeven. ,,De gemeente moet tot 2032 als een goed huisvader zorg dragen voor behoud van de collectie,'' zegt zij.

In 1995 liet de gemeente het oude stadhuis op de Grote Markt voor 4 miljoen gulden verbouwen tot museum. ,,Dit pand is eigenlijk alleen maar geschikt als museum. De gemeente heeft er een makelaar bijgehaald; hier is echt niets mee te beginnen zonder enorme verbouwingskosten te maken,'' vertelt het tweetal verder. Het meest voor de hand liggend is dus dat het museum gewoon daar blijft. Maar om een bezuinigingsopdracht te halen, moet het wel helemaal anders georganiseerd worden, vindt het bestuur.

Frisse organisatie

Na een jaar puzzelen, boeken lezen, studeren, andere plaatsen bezoeken en adviezen inwinnen rolt nu het nieuwe ondernemingsplan uit de bus. Het levert de gemeente over enkele jaren een bezuiniging van jaarlijks 130.000 euro op. Maar de belangrijkste winst is wellicht de nieuwe, frisse organisatie, die met beide benen in de maatschappij wil staan, én het behoud van het historisch erfgoed

,,Het wordt een enorme klus,'' zegt Roy Grünewald, ,,maar wij willen er voor gaan.'' Het bestuur wil artotheek en museum samenvoegen tot één nieuwe stichting, die zelfstandig kan werken. Gedeeltelijk privatisering, omdat de medewerkers in dienst zijn van de gemeente. Dat blijft dan zo. ,,Rob Kreszner kan het straks niet alleen,'' zeggen Arida en Roy, ,,Freek van der Vliet en Jack van Mildert van de kunstuitleen nemen deel aan de nieuwe organisatie. Daarnaast zullen er altijd vrijwilligers nodig blijven.''

Het museum zal dan een nieuwe naam krijgen en ook andere activiteiten gaan ontwikkelen. Succesvolle projecten met groepen inwoners, scholieren en eventuele andere doelgroepen worden vaker opgepakt en uitgebouwd. Het museum wil bij projecten niet alleen staan, maar graag samenwerken met bijvoorbeeld het Regionaal Archief Gorinchem. En aan de hand van thema's kunnen ook anderen, zoals kunstcentrum TOON, aanhaken. ,,Het wordt allemaal veel dynamischer,'' vat Roy samen.

Honderd jaar

Hij heeft al ideeën voor volgend jaar, als het museum honderd jaar bestaat. Burgerparticipatie lijkt een toverwoord, maar in de praktijk blijken inwoners het echt leuk te vinden als zij deel kunnen nemen aan een project. Met de laagdrempelige projecten worden inwoners het museum binnengehaald. ,,We willen het museum als het ware teruggeven aan de stad,'' zegt Roy.

En de bestuursleden noemen hierbij ook het economisch aspect voor de stad. Een goedlopend museum trekt immers mensen naar de stad. De VVV moet volgens het ondernemingsplan op de begane grond blijven, maar kan wat commerciëler gaan werken, vindt Roy. Volgens het plan wordt de entree verbouwd met de mogelijkheid voor een kleine kunstwinkel en een galerie.

De kunstuitleen schaft zelf geen kunst meer aan, volgens het ondernemingsplan, maar organiseert bruikleen van kunstwerken. Als het werk na een bepaalde periode niet is verkocht, kan het eventueel worden geveild. Zo staan er in het ondernemingsplan meer veranderingen.

Maar van heel groot belang is de gedeeltelijke privatisering. Het bestuur wil dat de eigen mensen bewegingsvrijheid krijgen om initiatieven te bedenken en uit te voeren en te beschikken over een eigen bankrekening met enige middelen om dat mogelijk te maken. ,,We hebben een ambitieus plan,'' zegt Roy. ,,Het bestuur was er eerst voor om op de winkel te passen, maar we willen nu echt zelf aan de slag hiermee. Het wordt hard werken om het allemaal voor elkaar te krijgen.''

advertentie
advertentie