Oog in oog met de martelaren

26 april 2012 om 00:00 Nieuws

'Oog in oog met de Martelaren van Gorcum'. Onder die titel vragen het Gorcums Museum en de historische vereniging Oud-Gorcum aandacht voor de gruwelijke moord op 19 katholiek geestelijken aan het begin van de tachtigjarige oorlog. Historicus Roy Tepe deed onderzoek naar de Martelaren en duikelde tal van mooie afbeeldingen en wetenswaardigheden op.

GORINCHEM - De zaligverklaring van de Martelaren van Gorcum in 1675 werd rond de eerstvolgende gedenkdag (9 juli) uitvoerig gevierd, vooral in de kring der franciscanen. In Mechelen vond het feest van 9 tot en met 16 juli 1676 plaats. 'De Minderbroeders hadden hunne kercke seer verciert: aen de pilaren waeren gestelt de afbeldtsels van dese XIX. Martelaeren, seer wel geschildert door David Teniers den Jongen, omset met bloemen cransen door G. Gysaert, leekebroeder in het selve order'.

Dit schilderij van het Rijksmuseum is één van de serie, die daar toen hing. Afgebeeld is Hieronymus van Weert, één der Martelaren van Gorcum. Na zijn priesterwijding maakte hij een pelgrimsreis naar Palestina en verbleef daar enige jaren in het klooster van de franciscanen. In 1549 was hij terug in Weert; in 1570 volgde zijn benoeming tot vicaris in het klooster van de franciscanen van Gorkum. Het schilderij is tot stand gekomen door samenwerking van twee schilders. Gualterus Gysaerts (1649-1677 of daarna), zelf franciscaan, schilderde de bloemenkrans, zijn neef David Teniers de Jonge (1610-1690), voegde het portret in het midden toe.

De bloemenkrans rondom een religieus getint middenmotief (Maria, het leven van Christus, een heilige of een andere religieus motief) was sinds het begin van de XVIIe eeuw populair, met name in de Zuidelijke Nederlanden. Het bouwde voort op de gewoonte om op hoogtijdagen de heiligenbeelden in de kerk met echte bloemen te versieren. Het gaat ook terug op de XVe eeuwse voorstelling van Maria, omgeven door een krans van rozen. Veelal betrof het een samenwerking tussen twee schilders, met ieder zijn eigen specialisme.

De serie schilderijen is na de viering in 1676 in Mechelen verspreid geraakt. Door de sluiting van de kloosters in de Zuidelijke Nederlanden in 1796 raakten de schilderijen uit het zicht. In het begin van de XIXe eeuw zijn een aantal schilderijen op veilingen in Mechelen gesignaleerd. Nadien duiken incidenteel schilderijen uit de serie op veilingen in Europa op.Naast het schilderij van het Rijksmuseum, dat voor de tentoonstelling wordt uitgeleend, zijn er nog zeven anderen bekend.

advertentie
advertentie