Ingezonden: De nieuwe Lingehaven: het ware verhaal

3 juni 2013 om 00:00 Nieuws

De viering van het 25 jarig bestaan van de Lingehaven is zoals we weten in volle gang. Ter gelegenheid van deze gebeurtenis heeft de gemeente Gorinchem een mooi magazine uitgebracht. Op de open haven dag op 25 mei werden de eerste exemplaren van het magazine uitgereikt, onder meer aan een aantal leden van het destijds opgerichte comité (later stichting)Lingehaven Open .

Als destijds direct betrokkene bij de vernieuwing van de haven was ik verbaasd over de prominente plaats welke aan de leden van dit comité was toegekend. Die verbazing sloeg zelfs over in ergernis toen ik in het magazine het interview las met Gerard van Klei, voorzitter van het comité. In dit interview werpt de heer Van Klei zich met zijn comité en in stoere taal op als de redder van de Lingehaven. Het verzet van het comité en de door haar ingezette juridische procedures zouden de overheid hebben gedwongen de haven te vernieuwen.

Maar zo is het niet gegaan! Hier zijn de feiten.

Zodra bekend werd dat de oude sluis van de Lingehaven wegens de slechte staat zou worden afgesloten werd door de gemeente actie ondernomen. De acties van het comité waren een dankbare steun in de rug maar ook zonder dat was er bij de gemeente genoeg besef dat sluiting van de haven desastreus voor de leefbaarheid van de stad zou zijn. Een terugblik in de archieven maakte het evenwel duidelijk dat de gemeentelijke positie bijzonder zwak was. In de vroeg jaren 60 was de gemeenteraad al op voorhand akkoord gegaan met de sluiting van de haven. Er zou in plaats daarvan een parkeerplaats worden aangelegd! Niettemin werd alles in het werk gesteld om de dreigende afsluiting tegen te gaan. Het waren vooral de inspanningen van de toenmalige burgemeester Vleggeert die een opening forceerden. Gebruik makend van zijn politieke connecties kreeg hij in een rechtstreeks contact met de minister de toezegging dat Rijkwaterstaat nog eens naar de zaak zou kijken. Onder voorzitterschap van de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat werd een werkgroep met vertegenwoordigers van de diverse instanties gevormd. Ik zelf werd, als hoofd van de afdeling ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing , als vertegenwoordiger van de gemeente aangewezen en mocht de onderhandelingen met Rijkswaterstaat gaan voeren. Al snel bleek daarbij dat het open houden van de haven voor de beroepsvaart (met beweegbare bruggen, personeel etc.) een onhaalbare zaak was. Het alternatief zou zijn een kleinere sluis met een recreatieve functie voor de haven. Hierop werd door de gemeente ingezet en verder onderhandeld.. Uiteindelijk kwam een akkoord tot stand waarbij Rijkswaterstaat de kosten (17 miljoen gulden) van de nieuwe sluis geheel voor zijn rekening nam! Een ongelooflijk resultaat gezien de zwakke beginpositie van de gemeente. Burgemeester Vleggeert was wederom degene die op het hoogste (ministeriële) niveau dit resultaat voor de gemeente binnenhaalde.

Het comité Lingehaven speelde bij dit alles geen enkele rol van betekenis. Sterker nog: het comité bleef zich nog lang, tegen beter weten in, verzetten tegen de omzetting van de haven in een recreatiehaven. Het door de gemeente behaald akkoord met Rijkswaterstaat werd door de heer Van Klei geringschattend ,,een pover resultaat'' genoemd. Het comité bleef daarom maar dreigen met juridische acties. (de reeds ingezette procedure bij de Raad van State en daarop volgende uitspraak was overigens van geen enkele betekenis voor het eindresultaat). Met heel veel moeite wist de gemeente het comité af te houden van het indienen van meer beroepsschriften. De vertraging welke daardoor zou optreden zou onherroepelijk betekenen dat Rijkswaterstaat zou afzien van de bouw van de nieuwe sluis.

De negatieve opstelling van het comité bleef merkbaar. Het Lingehavenproject ging (vooral dankzij de fantastische inzet van de gemeentelijke projectleider John Spee) veel meer omspannen dan alleen een nieuwe sluis en werd uitgebreid met de aanleg van verschillende voorzieningen voor de recreatiescheepvaart en een grootschalige reconstructie en vernieuwing van kademuren en panden . De totale investering liep op naar ruim 40 miljoen gulden. Ondanks dat bleef het comité haar kritiek spuien en onrust onder de bevolking zaaien over een goede afloop. Het gemeentebestuur had inmiddels de buik vol van de acties van het comité. Het werd dan ook niet uitgenodigd voor de opening van de haven.

Pas toen duidelijk werd hoe succesvol en mooi de nieuwe haven zou worden draaide het comité bij. Nu, 25 jaar later, zij het Van Klei en zijn comitéleden vergeven dat ze zo laat tot het goede inzicht zijn gekomen maar nu de eer gaan opeisen voor iets waar men nauwelijks part noch deel aan heeft gehad gaat me toch te ver. Jammer dat de redactie van het magazine heeft nagelaten de feiten te onderzoeken . Met het doornemen van de gemeentelijke dossiers had men deze zeepbel gemakkelijk kunnen doorprikken. Maar wie weet komt er dit jaar nog een tweede kans….

Mr. G. Kasander, Oud-gemeentesecretaris

advertentie
advertentie