Suzanne Heikoop keert na half jaar terug naar Valkenburg: getuige van verwoesting en wederopbouw
4 januari 2022 om 08:07 Achtergrond15 juli 2021 versus 30 december 2021. Voor de meeste mensen waren dit gewone donderdagen. Zelfs de temperatuur was nagenoeg gelijk. Suzanne Heikoop ging op beide dagen naar Zuid-Limburg en maakte op beide dagen foto’s. Toch was het een wereld van verschil. ,,De ene dag sta je midden in de verwoesting, de andere dag ben je getuige van de wederopbouw.”
Op 15 juli 2021 reden drie leden van Reddingsbrigade Hardinxveld-Giessendam en een chauffeur van de brandweer in het holst van de nacht naar Zuid-Limburg. ,,Ons deel van de Nationale Reddingsvloot was opgeroepen”, vertelt Suzanne Heikoop. ,,Onderweg heb je geen idee waar je op af gaat. Zijn we preventief opgeroepen of is het al foute boel? We kwamen aan bij het hoger gelegen station van Valkenburg. Daar leek niets aan de hand. Lopend naar het centrum kwamen we echter steeds meer aflopende zijwegen tegen die verderop onder water stonden. Bij het verzamelpunt werden we op de kar van een trekker gezet en reden we het water in. Eerst kregen we adressen door van mensen die direct hulp nodig hadden, zoals een oude dame op de derde verdieping. De liftschacht was volgelopen, dus we tilden haar via de trap naar beneden. Als we onderweg anderen tegenkwamen, mochten we ze een plekje op de kar bieden en ze bij de plaatselijke bowling afzetten. Daar was een verzamel- en registratiepunt ingericht.”
De toen kolkende Gosewijnstraat. Deze huizen hebben De Geul onder de achtergevel lopen. Een deel van de huizen is weer bewoond, een deel wordt nog gerenoveerd. - Suzanne Heikoop
ALS RATTEN IN DE VAL Vervolgens kreeg de Hardinxveldse ploeg een gebied toegewezen. ,,In het centrum is een stuk waar de Geul even vertakt naar twee stromen. Het eiland daartussen was ‘voor ons’. De bewoners kregen het water van twee kanten en zaten als ratten in de val. In de Molenstraat waren de meesten nog thuis. Toen we met de trekker de straat inreden, hingen ze boven uit de ramen. Bij het opendoen van de deur beneden, dreef eerst de huisraad naar buiten en konden we daarna de bewoners opvangen. We zetten mens en dier op de kar en reden ze naar de bowling. Daarna gingen we te voet op pad met een lokale helper om te kijken of we niemand in ons gebied hadden gemist. We moesten elkaar op sommige punten stevig beet houden om te voorkomen dat we omver getrokken werden.”
De dumpplek voor ‘rommel waar je over kan struikelen’ is nu nog een kale plek aan het Theo Dorrenplein. - Suzanne Heikoop
DE MEESTE INDRUK De inwoner die het meeste indruk achterliet, had niet eens zoveel waterschade. ,,Mevrouw O woonde iets hoger en had ‘slechts’ een ondergelopen kelder, maar de thuiszorg kon haar niet bereiken. Ze zat in een rolstoel, dus ik ging naar binnen om haar te helpen met het pakken van wat spullen. In de woonkamer brak ze, het werd haar allemaal even te veel. Bij de deur rechtte ze echter haar rug. Ze liet zich op de kar zetten en vertelde onderweg over haar leven. Ze was net twee weken thuis na een corona-opname van acht maanden en had zowel daar als in de rest van haar leven flink wat ellende meegemaakt. Toch bleef ze positief. Normaal zetten we mensen bij de bowling op straat af. Deze mevrouw hebben we persoonlijk naar binnen gebracht en aan iemand van de thuiszorg gekoppeld.”
Mevrouw O zit nu gelukkig weer lekker thuis, op haar eigen bank. Haar kelder is weer opgedroogd door blazers van de woningbouw en ze is één van de weinigen bij wie de wasmachine het niet heeft begeven. In de eerste weken na thuiskomst heeft ze daarom voor een groot deel van de straat gewassen. Haar revalidatie is nog in volle gang. - Suzanne Heikoop
ÉÉN GROTE RENOVATIEPUT Op 30 december ging Suzanne weer naar Valkenburg, deze keer met haar vriend. ,,Deels voor een werkgever, deels om zelf te kijken hoe het erbij staat. De foto’s die ik toen maakte op de kar, zijn opnieuw gemaakt vanaf de droge grond. In het centrum zijn de sporen nog goed te zien. Dichtgetimmerde gevels, leegstaande panden en huizen waar flink verbouwd wordt. De meest schokkende ontdekking was de Molenstraat. De mensen die we evacueerden zijn nog steeds niet thuis. De straat is één grote renovatieput.
Bij het spreken van de inwoners horen we schrijnende verhalen. De angst zit er nog goed in, maar ze zitten niet bij de pakken neer. Ook bezochten we mevrouw O met een bloemetje. Ze zat twee weken in een verzorgingshuis en haar familie had het huis ondertussen gepoetst. Zoals ze op 15 juli was, was ze op 30 december ook. Stoer, positief en strijdvaardig. De veerkracht van Valkenburg dwingt respect af. Ik kan er niets anders van maken.”