Afbeelding
Shutterstock
FEUILLETON

De familie Croon 8

7 april 2020 om 11:38 Column

Deel 1 van het feuilleton is hier terug te vinden. Deel 2 kun je hier lezen. Deel 3 is via deze link te bereiken. Deel 4 lees je hier. Het vijfde deel van het feuilleton is hier terug te vinden. Klik op deze link voor deel 6. Hier vind je deel 7 van dit feuilleton.

door Jos Huibers

'Die is natuurlijk naar Joris', zegt Sara. 'Potverdomme', vloekt Kees.

'Zeg, let op je woorden', zegt oma.

En dan is het stil in huize Croon. 'Wat moeten we nou?', zucht Kees en 'waarom doet dat kind dat nou toch?' In de strijd tussen boosheid en bezorgdheid neemt bezorgdheid al snel de overhand. Hoewel hij neigt naar een enigszins autoritaire houding in de opvoeding, kan hij het verdriet van zijn kinderen moeilijk verdragen. Zijn boosheid duurt nooit lang. Als hij zijn kinderen straft en ze naar hun kamer stuurt, dan gaat hij er altijd snel achteraan om het uit te leggen en om het goed te maken.

"Ach jongen', zegt oma, 'die komt wel terug. Je weet toch nog wel hoe vaak je eigen vrouw, Anja, vroeger wegliep thuis. Dan kwam ze bij ons uithuilen en over haar ouders klagen. Dat hoort er allemaal bij. Als Sara straks zover is, dan gaat ze dat ook doen.'

'Dat is toch iets heel anders, moeder, toen heerste er geen Corona.'

'Ach, toen heerste er weer wat anders. Er heerst toch altijd wat, waarover ouders zich bezorgd maken. Dat is al zo, zolang ik leef en dat is al bijna een eeuw. Toe, Anja zet eens een kopje koffie voor die jongen.'

'Ik weet het niet, hoor', zegt Sara, terwijl zij zorgelijk naar de vloer staart.

'Wat weet je niet?', zegt Kees.

'Nou, over Joris. Ik weet niet of die wel helemaal oké is.'

'Hoe bedoel je?'

'Ik vind hem eigenlijk wel een beetje vaag. Hij doet niet veel, gaat volgens mij niet naar school en rijdt zo'n beetje de hele dag rond in die auto van hem.'

'Ze neemt niet op. Haar telefoon staat niet aan.', zegt Anja, die stilletjes aan de tafel is gaan zitten en de opdracht van oma genegeerd heeft.

'Hebben we het nummer van die Joris', zegt Kees.

'En ik zie hem heel vaak met andere meiden'. Sara's aanhoudende zorgelijke blik verontrust de anderen weer. Van nature is Sara onbezorgd, vrolijk, optimistisch, een beetje roekeloos zelfs.

'Bedoel je soms een loverboy?', zegt Job.

'Een loverboy, wat is dat nou weer?', vraagt oma.

'Een soort hoerenbaasje, toch?'

'Nee, ben je gek, dat soort dingen doet onze Sofie heus niet. Hebben we een nummer van die jongen?', vraagt Kees.

'Nee, maar ik heb hem op Facebook, ik kan hem appen', zegt Sara. Hoopvol nu, iets doen is beter dan niet weten wat te doen.

'Vraag maar of Sofie bij hem is en dat ze onmiddellijk naar huis moet komen.'

'Je kan beter eerst alleen met een vraag beginnen.', zegt Sara, die al razendsnel aan het typen is, 'anders haakt ie meteen af.'

'Ik hou van je, Saartje', stamelt Kees, terwijl hij door de kamer begint te ijsberen. Hij weet inmiddels hoe het bij hem werkt. Als hij zich zorgen maakt, spelen alle denkbare clichés op: hij gaat ijsberen en hij wordt sentimenteel. Dan voelt hij met volle kracht hoeveel hij houdt van zijn kinderen. En van Anja, zeker, ook van Anja. 'Ik heb een vrouw uit duizenden', hoort hij zichzelf dan zeggen. Hij weet dat hij niet zo stoer en cool is, als hij ooit had willen worden. In wezen is hij zachtaardig en voorzichtig. Hij werkt dan wel bij de politie, maar verder dan een bureaufunctie in de financiële administratie is hij nooit gekomen. In de verslagen van functioneringsgesprekken staat steevast, dat hij onvoldoende stressbestendig is. En onvoldoende besluitvaardig.

Een pingeltje uit de iPhone van Sara verstoort zijn overpeinzingen. 'Wat zegt ie?'

'Tssjj, wat een lul, hij zegt letterlijk: waarschijnlijk vindt je vader appen ook besmettelijk, klein-zusje-van'. Vooral dat laatste ergert haar. Altijd dat neerbuigende, dat provocerende, die uitdaging om te laten zien, dat ze geen klein meisje meer is. Een keer is zij erop ingegaan. 'Ik ben niet klein', had ze gezegd. 'Oh nee, laat eens zien hoe groot je bent, dan', had hij geantwoord. 'Toevallig niet aan jou', had ze gezegd en ze was snel doorgelopen. Achteraf was ze wel tevreden geweest over deze reactie. Wat dacht die lul wel. Ze begreep niet zo goed wat Sofie in hem zag.

'We moeten de politie bellen', oppert Anja.

'Die gaan heus niet zoeken naar een kind van 16 dat een half uur weg is', antwoordt Kees, 'die hebben in deze tijd wel wat anders te doen.' Hij stopt met ijsberen, knikt een paar keer peinzend met zijn hoofd, als om zijn besluit definitief te maken. 'Ik ga haar zoeken.'

'Maar lieverd, kun jij niet beter binnen blijven', schrikt Anja, 'je weet, met jouw longen moet je extra oppassen.'

'Ik ga, ik moet het doen'.

'Zal ik meegaan, pap', zegt Sara.

'Nee, lieverd, blijf jij maar hier, bij mama en oma.'

En terwijl hij naar beneden loopt, denkt hij heel even stiekem aan een film die hij laatst gezien heeft, waarin de stoere vader het gevaar tegenmoet treedt, terwijl het gezin doodsbang bijeenkruipt in het huisje op de prairie.

Wordt vervolgd.

advertentie
advertentie