Afbeelding
feuilleton

De familie Croon 4

31 maart 2020 om 13:21 Overig

Deel 1 van het feuilleton is hier terug te vinden.

Deel 2 kun je hier lezen.

Deel 3 is via deze link te bereiken. 

En dan klinkt er een luid, bijna oorverdovend kabaal. Ze springen allen op en rennen naar de deur.

'Oh got, nee', roept Anja.

Anja rukt de deur open. Met ingehouden adem staren ze gevieren langs de trap naar beneden. Daar ligt Job. Hondje Wout snuift de te nauwe neusgaten.

'Job', smeekt moeder, 'Eikel', jammert Sara. Uit de gewoonlijk zo bloemige wangen van Sofie trekt alle kleur. Pas dan stormen ze naar beneden, Anja voorop, de meisjes er achteraan. Als laatste Kees, bedaard en beheerst, als om de eventuele schade te beperken door vooral rustig te blijven. 'Rustig nou, jongens', zegt hij met kalme stem. Niemand reageert. Anja buigt zich over Job. 'Job', smeekt ze nogmaals, 'Eikel, Eikeltje', fluistert Sara. Sofie wordt zo mogelijk nog bleker, kleiner zweetdruppeltjes parelen op haar voorhoofd. 'Stel je voor dat hij dood is, dan is het mijn schuld', denkt zij, terwijl haar gehele toekomst een heel kort moment pikzwart kleurt in haar hoofd. Dan doet Job zijn ogen open. 'Ik ben gevallen', stamelt hij. 'Ach jongen toch, dat dachten we al', zegt Anja zacht. 'Je meent het' grapt Sara. 'Pffff', sist Sofie, terwijl de kleur als bij toverslag op haar wangen terugkeert, 'wie valt er nou van de trap, eikel'. 'Dat overkomt ons allemaal wel eens, jongen, toe, sta op, dan gaan we weer naar boven', zegt Kees, die heimelijk vindt dat jongens in het algemeen, en zijn jongen in het bijzonder, flink moeten zijn.

'Maar ik heb pijn', piept Job.

'Waar', vraagt Anja

'Aan mijn been, aan mijn schouder, overal', Job begint zachtjes te huilen.

'Nou Job, wees een vent, pijn is er om te verbijten'. Terwijl hij het zegt realiseert hij zich, dat zijn vader dat vroeger ook altijd tegen hem zei en dat hij dat toen niet leuk vond.

'Die jongen hoeft niks te verbijten', protesteert Anja, 'Toe Kees, draag jij hem even naar boven, dan kunnen we de schade opnemen.'

'Peh peh, peh peh', roept Kees, 'daar is broeder Kees'. De meisjes kijken elkaar aan en trekken synchroon de wenkbrauwen op. Ze schamen zich voor hun vader, zelfs tegenover elkaar. 'Ik kan me soms gewoon niet voorstellen, dat wij zijn voortgekomen uit die imbeciel', heeft Sofie al meerdere malen aan Sara gemeld in een poging haar smart te halveren door hem te delen. 'Zou hij onze vader wel zijn', had Sara koket geopperd. Maar daar had Sofie geen twijfel over, 'Mama is veel te netjes om vreemd te gaan'. En dat vond Sara eigenlijk ook.

De schade blijkt mee te vallen. 'Hier en daar zou je een hematoompje kunnen krijgen', zegt Kees, met een gezicht alsof hij er verstand van heeft.

'Een wat', vraagt Job

'Gewoon een blauwe plek', verzucht Sara geërgerd.

'Oh, zeg dat dan gewoon'.

Gaandeweg keert de rust weer in huize Croon. Anja kookt, Sara en Job doen zowaar een spelletje met elkaar op één iPad en Kees werkt wat. En als Kees werkt moeten ze stil zijn. Sofie mokt achter haar laptop. Eten doen ze met het bord op de knieën, wat Anja niet zo leuk vindt. Maar gezien de omstandigheden accepteert ze het lijdzaam. De stilte wordt verbroken door een gil van Sofie. 'Oh, my God, Oh my God, ik wist het'. En dan begint een onbedaarlijk snikken.

Wordt vervolgd

door Jos Huibers

advertentie
advertentie